24.2.11

Philosofy ft. Plato, Aristoteles, Marx, Hobbes, en vele anderen..

Filosofie PWW 2 [sociale filosofie blz 2/20 en 28/34][ Kant II & Freud + les 1/7]
5.1 Sociale filosofie is normatief (toetst aan normen en waarden, idee van ideale samenleving)
      Sociale wetenschappen descriptief (beschrijven en analyseren alleen)
 Natuurtoestand: geen samenleving. Eigen behoeften bevredigen. Oorlog van allen tegen allen. Niemand komt toe aan zichzelf realiseren. Alleen de allersterksten handhaven zich.
Behoeften: zelfhandhaving, veiligheid&zekerheid, liefde&ergens bijhoren, respect&waardering, zelfontplooiing, begrip.
Begeerten: onechte behoeften die voortkomen uit jaloezie, reclames of de behoefte aan respect/ergensbijhoren.
Belangen: in eigen voordeel. Grootste is bevrediging zelfhandhaving.

Plato: mens&maatschappij zijn drieledig. Wil regeert over verstand en begeerte. Bestuurders hebben leiding over militairen en arbeiders. Respectievelijk Verstandig bestuur, veiligheid en voedsel. Goed bestuur > selecteren. Bestuurders en wachters mogen geen bezit/vrouw/kinderen hebben. Geheel gemeenschappelijk. Democratisch, iedereen heeft gelijke kansen bestuurder te worden.
Aristoteles: leerling Plato, ideeën/vormen. Empirist, waarnemingen werkelijk. Zooion politikon.
monarchie, aristocratie, democratie. Gulden middenweg!! Matigheid!! Wachters/bestuurders mogen bij hem wel bezit hebben (onuitvoerbaar, staat is complex geheel van kleine gemeenschappen)
Individu en gemeenschap: natuurtoestand slaagt vrijwel niemand in behoeften, met absolute macht is dat makkelijker. Mens is individu, ondeelbaar. Samen met andere individuen gemeenschap, partners!! Geen concurrenten.
Thomas van Aquino: God uiteindelijke macht, koning is afspiegeling van god op aarde. Koning in land = ziel in lichaam = god op aarde. Geestelijke macht is belangrijker dan wereldlijk. Hemelse zaligheid topt deugdzaamheid en welvaart.
.2 De staat: natuurtoestand werkt men elkaar tegen > redelijk inzicht > maatschappelijk verdrag
Maatschappelijk verdrag: oertoestand/natuurtoestand > verenigingsverdrag > onderwerpingverdrag. (verklaring voor de macht van regering, op voorwaarde dat zij rechtvaardig regeren) als 1 het verdrag schendt mag de ander het verdrag opzeggen en recht op opstand. (afstand van absolute vorstendom) – Legitimatie voor overheidsgezag. (tegenwoordig wettelijk/grondwet van land)
Tomas Hobbes: Leviathan, Engels, in parijs, revolutie moe. Streeft naar sterk gezag. Mens: egoistisch> allen tegen allen> maatschappelijk verdrag> staten onderling nog steeds allen tegen allen. Heerser/parlement staat boven wet: wil is wet. Keuze uit twee: volledige onderwerping of natuurtoestand. Veel kritiek; atheist;materialist.
Twee soorten vrijheid
onderwerpen=vrijwillig macht afgeven=gezag (heeft geweldsmonopolie)
levert negatieve vrijheid in: gezag van de sterkste (afwezigheid van dwang)
Positieve vrijheid: zelfontplooiing, groter geworden, in veiligheid maatschappelijk verdarg.
John Locke: natuurrecht in de natuurtoestand, zichzelf en bezit verdedigen. (positiever dan hobbes) > maatschappelijk verdrag (vorst alleen uitvoerende macht) wetgevende macht bij volk(mag afzetten als niet gehandeld word volgens wet) Overheid deel in contract. Democratische trekken. Belangstelling gegoede burgerij/bezittende klasse. (proletariërs geen burgers) Eigendom wordt beschermd door staat. Katholieken en atheïsten staatgevaarlijk. Verenigde staten veel van Lockes ideeën.
Landen en Volkeren: hoofd van staat is vorst. Staat = relatief duurzame politieke organisatie van volksgemeenschap, grondgebied, geregeerd d.m.v. gezag. Natie steunt op etniciteit/geschiedenis/taal en cultuur. Hoe homogener de bevolking, hoe meer een natie. (IJsland) volken zonder staat; Palestijnse, Koerdische volk. >etnische minderheden. Gevolg: PVV wantrouwen > Eigen Volk Eerst (etnocentrisme, nationalisme)
Staatsvormen:
demos kratos (macht ligt bij het volk) verkiezingen(one man one vote) de democratie kan op een democratische wijze worden omgezet in een dictatorschap. Meeste stemmen gelden.
tegenwoordig eerder technokratie. (heerschappij van de techniek)
Jean-Jaques Rousseau: wegbereider van de romantiek (betekenis gevoel, kritiek rede)
verheerlijkt de ongecompliceerde natuurtoestand, taal en denken bestaan niet. EINDE door bezitsvorming (hekje zetten/uitbreiden/betwisten)rijken verzamelen zich en onderdrukken armen. Staten en wetten houden deze ongelijkheid in stand. 3Onheil: bezit, staat en wetten, heren en slaven. Wat dus volledig in tegenspraak is met natuurrecht. Oplossing: maatschappelijk verdrag.  Overeenkomst, instemming van hele volk. Volk draagt uiteindelijk de staatsmacht.
RECHTVAARDIGE SAMENLEVING:
utopie: beschrijving ideale samenleving.
Thomas More: Boek  Utopia.
Atlantis-Utopia: Francis Bacon(het nieuwe atlantis)  Utopie= nergensland want het bestaat niet.
Utopieën fungeren als norm waaraan getoetst kan worden. (RECHTVAARDIGHEID-GELIJKHEID/ONGELIJKHEID) verschillende soorten recht: eerlijke verdeling kansen of op een rechtvaardige manier tossen/loten. Verantwoordelijkheid voor je daden
In godsdiensten veel utopische verhalen. (aanwijzingen)
 ideologie hoe men moet leven/staat inrichten. (marxisme en liberalisme) Beiden bekeringsdrift maar verschil: aards – “hogere”.
emancipatie: streven naar gelijke rechten voor de achtergestelden.
Friedrich Hegel: Het absolute Weten.
these – antithese- synthese. DIALECTIEK, uiteindelijk absoluut weten. Door de geschiedenis heen steeds betere ideeën. Be-middelen. Politiek: organisme, ieder heeft z’n eigen plaats. Polis was perfect. Sferen: gezin(basis), maatschappij(bestrijden van losse individuen), staat(iedereen kan zich veilig ontplooien) Pruisen van zijn tijd ideale staat. Na revoluties nu RUST.




Een klasseloze maatschappij.
Marxisme: collectief eigendom. Industriele revolutie snelle toename productie. Arbeiders werken voor eigenaar productiemiddelen. Niet voor zichzelf.  Concurrentie op vrije markt > Lage lonen. Vervreemding: lopende band, niet meer betrokken bij het hele arbeidsproces. Zwaar en geestdodend proces vervreemd lichamelijk en geestelijk van de andere arbeiders. Vervreemd van zichzelf, van het product en van de anderen.           KAPITALISTEN – PROLETARIERS. Communistisch manifest: gewelddadige revolutie van de onderliggende klasse. 

De Flexwerkers, aflevering 1

@jenzel07 sprak op http://www.radiomusic.com/


BRON: RADIOMUSIX.NL
We proberen een YouTube-hit te krijgen. En wij maar moeilijk doen! We dachten namelijk dat je moest kunnen zingen, maar nee hoor, je hoeft alleen met je ogen te knipperen! We belden Jenny Janssens hierover. Zij heeft diverse hits met leuke covers op YouTube, en sinds vandaag met knipperen! Ook kon zij een leuk nieuwtje brengen over de Collaboration Band en haarzelf. Je kan het gesprek hieronder terugluisteren.

http://www.radiomusix.nl/5/post/2011/02/de-flexwerkers-aflevering-1.html

22.2.11

Gezag enz

een minipleidooi over gezag en democratie in mijn *ahum* ideale samenleving.
nee volgens mij is dit ook niet mogelijk, maar daar neemt mijn filosofiedocent geen genoegen mee.
groetjes, @jenzel07

Gezag en democratie in mijn *ahum* ideale samenleving

In een ideale samenleving mag het gezag niet liggen bij één persoon. Er zijn genoeg voorbeelden van alleenheerschappijen waarbij het fout is gegaan, kijk maar naar het Midden-Oosten op dit moment. De mens is van nature uit op macht (status) en zal altijd een beetje vanuit eigenbelang handelen. Één iemand een volk laten regeren is gevaarlijk, een opstand zit namelijk in een klein hoekje. En de Franse Revolutie is niet voor niks geweest.
In Nederland hebben wij een totale democratie. Op papier een mooi concept, maar ook hier zitten minder positieve kanten aan. Als alle groeperingen inspraak hebben kan de democratie zichzelf tegenwerken. Laten we als voor de hand liggend voorbeeld de PVV nemen. Deze partij is gegroeid mede dankzij onze democratie, maar sluit ook bepaalde bevolkingsgroepen buiten, waardoor hun recht op spreken eigenlijk wordt ontnomen. Een totale democratie zal nooit op de perfecte samenleving uitlopen, het versterkt alleen de verschillen in opvattingen. Iedereen is een ‘beetje blij’, maar in de ideale samenleving streef ik naar ‘totale blijheid’.
De beste oplossing zou naar mijn mening zijn: een gulden middenweg. Mijn ideale samenleving zou geen totale democratie zijn, maar ook geen alleenheerschappij. De macht ligt wél bij het volk, maar alleen bij het gedeelte dat recht heeft van spreken (om uit te leggen hoe men bepaalt wie dit zijn, heb ik meer dan één A4-tje nodig). Ik hecht namelijk een grote waarde aan de wil van het volk. In Nederland gaat het prima zo, maar we moeten oppassen dat niet zomaar iedereen zich verkiesbaar kan stellen. We moeten zeker weten dat bijvoorbeeld een bepaalde politieke partij geen gevaar wordt voor de samenleving. Demos-cratos: de wil van het volk, maar we nemen geen risico’s.
Dus de macht ligt volledig bij (een groot deel van) het volk. Het volk wordt niet onderdrukt, is vrij om te handelen en vrij om zijn mening te uiten. Er bestaat een soort van rangorde, niet iedereen heeft het recht om zich te mengen in de regering, maar dit is naar mijn mening nodig om de democratie veilig te stellen. Vrijheid, blijheid en broederschap.

It's a theory, philosophy, hakuna matata.

Perfecte samenleving door @Rang12.

De hele wereld is ingedeeld in staten, sommige groot, anderen kleiner. In iedere staat hebben 12 personen de macht, zij hebben daarvoor jarenlang gestudeerd volgen elkaar ieder jaar op. Ieder jaar komt een nieuw persoon dus in de grote twaalf. De oudste vertrekt en een jongere sluit aan. Deze jongere wordt gekozen door de overgebleven 11. Na twaalf jaar is er dus een geheel nieuwe overheid. De bevolking, verdeeld over veschillende steden die elk uit niet meer dan 100.000 inwoners mogen bestaan zijn onvoorwaardelijk ondergeschikt aan de grote twaalf. Míts zij handelen in het belang van het volk. In iedere stad staat een vrouw in de kracht van haar leven, zij zorgt ervoor dat de wetten nageleefd worden en dat de bevolking het vertrouwen in de grote twaalf behoudt. In geen gevallen is het de grote twaalf geoorloofd een ander land de oorlog te verklaren, niet over godsdienst, noch over bezit.
Persoonlijk bezit bestaat. Ieder is vanaf zijn geboorte in het bezit van 2 dieren naar keuze en een bepaalde oppervlakte aan woonruimte. Wanneer het kind 25 jaar is geworden krijgt het daadwerkelijk beschikking over de dieren en de woonruimte. Het is dan mogelijk een gezin te stichten, per extra gezinslid mag men een extra woonruimte bouwen. Wanneer de kinderen zelf weer uit huis gaan worden de ouders in het huis opgenomen. Die dan ongeveer 75 jaar oud zijn.
Geld, er is geen inflatie, de munten bestaan uit goud en zilver en behouden ten alle tijden hun waarde.
De opvoeding van de kinderen is een staats aangelegenheid. In iedere stad zijn 2 of 3 speelplaatsen. (grote stukken heide met speelgoed en schuren met hooi en voor de oudere kinderen boeken) Tot hun 6e jaar spelen/leren de kinderen in deze omgeving, waar ze steeds in contact komen met andere kinderen. Ze zijn hier van 10 uur s'ochtends tot 4 uur in de middag. Tussen hun 6e en 15e jaar zit men in de schoolbanken waar de algemene kennis van de geschiedenis en economie wordt bijgebracht. Daarna mogen ze bij hun ouders of vrienden van hun ouders in de werkplaats een vak leren. Daar doen ze gemiddeld 10 jaar over dus wanneer ze 25 zijn, zijn ze meester van een vak geworden. Men kan natuurlijk niet overal heen met de benenwagen, daarom is er een perfect openbaar vervoer systeem ingesteld. Iedereen kan 6 dagen in de week gratis met het OV rijden en de zevende dag, voor iedereen een andere dag, rijdt men zelf in de metro/trein of het vliegtuig. Deze vaardigheden worden ook op school geleerd. Vanaf de 25e is dit verplicht. De staat en alleen de staat heeft beschikking over een bepaalde hoeveelheid brandstof, er moet standaard een bepaald oppervlakte aan puur bos zijn om de lucht zuiver te houden. Men mag maar 2 kinderen per gezin. Scheiden is toegestaan, zolang er aan de twee kinderen wet wordt voldaan. Iedereen heeft ook nog 6 weken in het jaar vakantie, waarin men mag reizen waarheen men wil.
Kunst is een beroep als alle anderen, maar er zijn natuurlijk grote kunstenaars en kleine kunstenaars, de kunstwerken worden door een groep van grote kunstenaars bekeken en beslist of ze het waardig zijn in een museum te plaatsen. Zo gauw een stuk van de kunstenaar in een museum is geplaatst is hij een groot kunstenaar. Wanneer ¾ van het volk zijn kunst bewondert is de kleinkunstenaar ook een groot artiest.

21.2.11

Spoortraject Breda- Tilburg in gebruik genomen (1 okt. 1863)

Nederland had nog geen goed spoorwegennet toen de omliggende landen er al wel een hadden.  Wat dat betreft moest Nederland de andere landen in West-Europa bijbenen.


 In de 19e eeuw werd Nederland een eenheidsstaat. De provincies Brabant en Limburg krijgen ook eindelijk die officiële provincie status en de scheiding tussen platteland en stad verdwijnt. De rechtspraak word uniform geregeld. In deze eeuw scheidt ook België zich van Nederland af, na een lange tijd geduelleerd te hebben over de verdeling van de staatsschuld en de grenzen, vastgelegd in 1839 in het verdrag van Londen. In de tweede helft van de 19e kwamen de meeste West-Europese landen in een sociaal- economische stroomversnelling terecht. Op veel plekken was ondertussen een landelijk spoorwegennet aangelegd. In België bijvoorbeeld was in 1840 al een redelijk goed werkend net, wat particulier betaald was. Veel investeringen in het Belgisch spoorwegennet kwamen uit Engeland. Daar had men belang bij een goed werkend transportnet in de afzetgebieden. In Nederland was dit ook het geval. Particuliere, meestal buitenlandse, maatschappijen hadden een aantal spoorwegen geopend, voornamelijk gericht op handelsknooppunten. Bijvoorbeeld de lijn Antwerpen-Roosendaal-Moerdijk-Rotterdam, aangelegd in 1855 door de AR (Antwerpen-Rotterdam spoorwegmaatschappij). De producten (aan personenvervoer werd niet al te veel waarde gehecht) konden vanuit het buitenland zo Nederland binnenkomen, maar eenmaal hier werd het lastiger ze te transporteren aangezien er dus geen binnenlandse lijnen waren.

Na 1860 werd dit anders. Een voorstel over het aanleggen van een noorder- en zuiderspoorweg deden de grondvesten van de regering schudden. Een paar tegenargumenten:
§  de voordelen die Rotterdam zou hebben t.o.v. Amsterdam wanneer de zuiderspoorweg in gebruik genomen zou worden
§  de noordelijk gelegen provincies Noord-Holland en Friesland voelden zich benadeeld omdat zij ook geen profijt van de noordenspoorweg zouden hebben
§  er waren betere alternatieven

Over de spoorwegkwestie werd 4 dagen aan een stuk gedebatteerd en resulteerde uiteindelijk in de val van kabinet Rochussen. Willem III heeft hierin zijn aandeel gehad, hij gebruikte zijn invloed om de Eerste Kamer te overtuigen het voorstel af te wijzen. Welke redenen hij hiervoor gehad kon hebben zijn niet bekend. Twee weken na de val van kabinet Rochussen kwam kabinet van-Hall-van-Heemstra aan de macht. Het lukt hen wel de spoorwegwet, waarover het vorige kabinet aan z’n einde kwam, door te voeren. Het grootste deel van de spoorwegen wordt betaald uit de baten van Nederlands- Indië. Het plan was 10 spoorwegtrajecten aan te leggen.
Een daarvan is Staatslijn E, die de grote steden in Brabant op elkaar moest aansluiten, overigens de enige Staatslijn die in drie deeltrajecten werd opgezet. De eerste daarvan was Breda-Eindhoven, welke ook weer in drie fases opgezet moest worden. De allereerste baan die gelegd werd van Staatslijn E was.. u raadt het al: Breda-Tilburg.

De opening van dat kleine deel van Staatslijn E op 1 oktober 1863 was een belangrijke gebeurtenis:
  • Eindelijk was daar het begin van de praktische gelijkstelling aan de randsteden. Het zou makkelijker worden te handelen met het rijke Rotterdam of belangrijke Amsterdam.
  •  De mobiliteit binnen Brabant werd verhoogd zodat ook de Brabantse steden onderling en met Limburg goed zaken konden doen. “Daar waar een goede infrastructuur is heeft men meer mogelijkheden en wordt men welvarender.”
  • Dankzij een spoorlijn tussen Breda en Roosendaal werd ook de rest van Brabant aangesloten op de lijn naar Antwerpen. Antwerpen was sinds lange tijd een belangrijke stad op alle gebieden. Om daar een connectie tot te hebben was erg goed voor de Zuid-Nederlandse economie.


In de context van de eenwording van Nederland in de 19e eeuw is het beginnen met het aanleggen van een nationaal spoorwegstelsel een stap in de goede richting. De eenheid die een binnenlands spoorwegnet brengt is een groot economisch en sociaal voordeel en dat is waar Nederland naar streefde na het einde van de gouden eeuw.

19.2.11

Om even wat literatuur te strooien

                                                                    1

Een puntige steen raakt haar rug. Dat wordt vast nog een blauwe plek die niet veel mensen, en zeker niet de hare, aan het oog zal ontgaan. Nogmaals wordt ze bekogeld. Even heeft ze de wil zich om te draaien maar loopt dan vlug verder om niet nog meer blauwe plekken te riskeren. De woorden dreunen nog na in haar oren. "False flesh eating witch, you are the most beautiful creature on earth and we love you with whole our hearts." Haar heeft ze niet gehoord. Genoten zou zij hebben bij het zien van de woordelijke afslachting van haar buurvrouw, als ze nog naast elkaar gewoond hadden. Snel zet ze nog een paar stappen. Het lijkt wel alsof ze op een dikke deken loopt wat haar steeds verder laat zakken en waar ze uiteindelijk in zal verdrinken. De paniek slaat toe. In plaats van een sneller kloppend hart razen de gedachten door haar hoofd en moet ze naar adem snakken om niet op het droge te verdrinken. Met haar droge ogen kijkt ze. Jakken, grote harige donkere jakken zijn de enigen die ze ziet op de voor de rest lege velden, een te zacht windje blaast haar bijna omver. Ze grijpt zich wanhopig vast aan een jak. Kleverig van het vet zijn z'n haren of misschien is het haar bloed, het maakt niet zo zeer uit waar 't van is als ze haar maar nooit meer laten gaan. Op dit moment wil ze niet meer weten. Lang geleden was het precies zo, ze kwam thuis van een vervelende schooldag en kon zich in de bank nestelen, haar fort, en niemand haar ooit kon bekogelen met huiswerk of extra leerstof. Maar accepteren dat dat leven nu voorgoed voorbij was, is nog steeds tamelijk onmogelijk. Een lolly, als vanouds. Nu meer dan ooit is de noodzaak het oude leven te vergeten het grootst daar de verleiding terug te keren aan de oppervlakte komt borrelen en bijna bezit van haar neemt. De lome ogen van de jak kijken haar rustig aan. Open en vriendelijk proberen ze haar ervan te overtuigen dat ze hier moet blijven, ondanks alle pijn en liefde die ze nog over zich heen zal krijgen. Dezelfde wind waait nog steeds zacht.  Paarden van de stam aan de andere kant van de heuvels komen wel eens op deze vlakte grazen, misschien wel om met hun vrienden de jakken te spreken. Een raar idee. Quamquam sunt sub aqua, sub aqua maledicere temptant. Heb jij dat wel eens gedaan, mijn vriend Jak? Rood en wit, de stamkleuren, streden om de meeste verf op zijn prachtige kop, welke nu precies op het gezicht van een fanatieke ajax supporter lijkt. Gelukkig is deze vriend dat in z'n geheel niet. Sluit me op in je hart, lijken die grote bruine ogen te zeggen, sluit me alsjeblieft op in je grote comfortabele hart waar ik nooit pijn of liefde zal lijden. Dit dier is het. Tevreden legt zij haar hoofd tegen z'n sterke nek aan en hoopt dat ze hier altijd mag blijven, deze plek is haar nu dierbaarder dan de grijze bergen. Een regendruppel valt op haar wang. "U keurt het toch ook goed, o regengod, dat ik vrienden ben geworden met dit edele dier dat mij voortaan voor altijd zal bijstaan, wil U het een naam geven?" Nog een regendruppen valt. Velen zullen vallen de komende jaren, maar niet wij, de jak en ik blijven tot in de eeuwigheid samen. Op dat moment verloor hij de glans uit z'n ogen. Waar normaal die glans zich bevondt stak nu een rode pijl, met witte veren aan het uiteinde en een beige substantie aan de punt. Het was niet nodig verder te kijken. Xylofoonsoctaven aan kwade zinnen in de taal van de stam schoten als die pijl in het hoofd van de Jak nu in het hare. De lichte voetstappen herkende ze zelfs. Yoska was het geweest die haar vriend vermoordde, van het leven beroofde en nu zou moeten boeten voor wat hij had gedaan. Niets kon haar daarvan weerhouden. Zodoende zou zij hem de pijn aandoen die haar al die jaren was gegeven, desnoods zou ze sterven bij de poging.